Sytske SötemannTurkse poëzie in Nederlandse vertalingHollandaca'da Türkçe şiir | |
Verwacht in 2014: Turkse poëzie in het nieuwe millenniumTurkse poëzie in het nieuwe millennium (werktitel)Mehmet Emin Yıldırım en Sytske SötemannDeze tweetalige bundel, met actuele Turkse poëzie van twintig vooraanstaande dichters, zal in 2014 verschijnen bij Uitgeverij Passage.Hieronder een kleine selectie... | |
Özdemir İNCE | |
ŞU BİZİM ÖMER KALEŞİ’NİN İŞLERİ | DIE WERKEN VAN ONZE ÖMER KALEŞİ |
I. Beyazın siyah durağıdır kırmızı ya da sarı olmadan öncedir size anlatacağım öykü: Beyazdan önce ne var bu fâni dünyada, siyahın beyaz hali mi? İşte bu benim anlatacağım öyküye dahil. Yoksa beyazın siyaha doğru yürüyüşü mü, yoksa beyazın siyah yürüyüşü mü? İşte bu benim anlatacağım öyküye dahil. Belki de beyazın siyah yürüyüşü, o halde nedir karadan daha siyah? Belki de siyahtan daha kara beyaz benim size her gece anlatacağım öykü. II. (Kırmızı Başlıklı Kız, 2007) Resmin arkasına geçtim yolculuk sürdü kırk gün kırk gece. Sağdan baktım Formoza taraflarından Tarık’ın kayalıklarında durup soldan baktım, hızımı alamayıp dünyanın çevresini dolaştım: Harman atıyordu bir şair elinde yaba, bir ressam su falına bakıyordu. Dünya dönüyordu, dervişler bir başka yörüngede; doğum günüydü “Kırmızı Başlıklı Kız”ın. III. (Arago’nun ağaç kütüğünde bir baş, 2006) Bir karınca çıktı kestane gövdesinden uzaktan daha uzak bir yerde, selamlaştı bir sincap gölgesiyle. “Sana emanet, dedi, bütün buralar, başım burada kalacak, bilirim, hasret kötü bir meslek.” Nasıl olsa bir baş gerekmez bana Nasıra’ya varmadan Tarsus ovasından Antakya dağlarından geçerken, Ben, geçmişin gelecek hali. Acelem var bir ben olarak: Bir zeytin ağacı beklemekte beni dünyaya bedel bir göğüs kafesinde! IV. Külü dikeceğim ve bir kilim dokuyacağım bir yüzün kederli aşkıyla. İnsanlar bakacak bana görecek beni. Peki ben deli değilsem bu civarda peki kim deli benden başka? Oturup bakarım su sonsuzluğa: Kuyudan su çeker uzun belikli kızlar. V. Mıknatıs yüz: Bir manyetik alan; vadesiz bakışlar sarmaşığı gözler ve uzaylar arasında. Dök demir tozlarını bedenime, bir derviş çıkmazsa içinden bileğimi keserim vallahi, yetmez ise pey sürerim billahi, kumar masasında, yeşil çuhaya hayatlarımdan birini. Ayaksız ve kanatsız derviş olsam, bu gözler kimin gözleri diye sorsam geçmişin mi yoksa geleceğin mi? VI. Hayatın dışında uyanmak istedim, bana bunun olamayacağını söylediler: “Sen bir diken olmadıkça asla!” Bu gidişle ölmeyi öğrenmek çok zor; ölümsüzlük mü, bana göre değil, rastlantısal doğumumdan bu yana. Ölmek istiyorum ama varsa kendi ölümümle – lafın gelişi işte -, başımı görebilirsiniz o zaman. Uyudum ama bir uyurgezer uykusu. Başım Aziz Yahya’nın başı değil, istediği kadar dans edebilir güzel Salome. Evet ya da hayır, kanatlarıma bakın. Ben batıyorum! Uygun olarak bir mucizeye. VII. Bir kale mimarı mı olsam, kendime bir piramit mi yaptırsam? Hayır, asla! Bana göre değil! Max Jacob’un elma bahçesini alsam, elma şaraplık, kırları sulasam – satın alacağım nankör mirasçılarından -. Sonra Çin ipeğinden bir şemsiye: ıslanmasın diye Ömer’in beyaz dünyası Paris’in nisan yağmurlarında. VIII. Uçurumun diplerinde gezer çobanın gölgesi. Çağlayanın arkasında uyur boş yamçısı; uçurumun yarı yolundadır çoban. Balkan kartalı Ömer Kaleşi bütün bunları görür gönül gözüyle taa yukarlardan, tavşan yuvasına saldıran yılanı ararken. Gökyüzünün yarı yolundadır Ömer Kaleşi. Uçuruma ekilecek huzur tohumları arar. IX. Gövdesiz bir kadın başı Paris’te Arago bulvarında bir at kestanesi gövdesi içinde. (Siz öyle sanın!) O ve ben – “Ben!” dediysem, Ömer Kaleşi, ikimiz de özgürüz o kendini gizleyerek, ben, hayal ederek bir taze bedeni, yaşsız! Gövde, memeler, bacaklar, nemli bir vadi ve onun karlar eriten gölgesi Türkiye’de Toros dağlarında. X. (Bir insan başı resim olarak susuyor. Birlikte dinleyelim): Gövde gerekmez deliliğe, beyin insan evrenin başlangıcıdır. Sevgiliyi yüzüyle hatırlarız, kalçalarına, memelerine bakar yüzünü görürüz. Bunun gibi, işte: Öznesiz, yüklemsiz, eylemsiz bir dünya! Tütsülenmiş, mumyalanmış bir cümle. Gövde gerekmez! Tanrı ve şeytan benden sonra doğdular! XI. “Gotik rüzgâr gülü” nasıl girdi resim beyazının içine, çünkü siyah yok. Yok! Aklımdan hiç çıkmaz orman bekçisi dedemin sözü: Doğayla yüz göz olma çocuk! Bir kutsal kitap gibi aç onu açabilirsen eğer bir ayet gibi oku ebedi ve ezeli dulun hallerini. (Böyle tanımlardı dünya evrenini.) Bugünün işini yarına bırakma demiştir de, sakın! Ama ben “yarın” sarrafıyım, avare rüzgârlara sevdalı bir kuyumcu. XII. Karpit lâmbası kokusunda köylü yüzler! Nasıl doyuruyorsun bunca insan ağzını Ömer? Bilemez insan, aç mı tok mu? Ama iyi bak gözlerine anlarsın. Zaten bakıp anlıyorsun. Bakışlarına nasıl dayanıyorsun Ömer? Fazla yaklaşma yanarsın bizi de yakarsın ! Saz şairi, trubadur Ömer, Balkanların çarıksız, yalnayak abdalı, Dünyanın Tozu’nu toplamaktadır. © Özdemir İNCE, 2009 İstanbul | I. De zwarte halte van wit is rood of voordat het geel wordt het verhaal dat ik u zal vertellen: Wat komt er voor wit in deze vergankelijke wereld, is wit een toestand van zwart? Dit behoort juist tot het verhaal dat ik zal vertellen. Of is het de overgang van wit naar zwart, of de zwarte overgang van wit? Dit behoort juist tot het verhaal dat ik zal vertellen. Misschien is het wel de zwarte overgang van wit, wat is in dat geval zwarter dan inktzwart? Misschien is wit wel inktzwarter dan zwart het verhaal dat ik u elke nacht zal vertellen. II. (Roodkapje, 2007) Ik ging achter het schilderij langs de reis duurde veertig dagen veertig nachten. Ik keek van rechts van de kant van Formoza stond op de rotsen van Gibraltar keek van links, was niet meer te houden en zwierf de hele wereld rond: De oogst wierp een discus in de hand van een dichter, een schilder keek naar de voorspelling van water. De wereld draaide, de derwisjen draaiden in een andere baan; het was de verjaardag van “Roodkapje.” III. (Een hoofd op de boomstronk van Arago, 2006) Er kwam een mier tevoorschijn uit de stam van een kastanje ergens verder dan ver, hij begroette de schaduw van een eekhoorn. “Jij valt te vertrouwen, zei hij, alles hier, mijn hoofd zal hier blijven, ik weet het, heimwee is een slechte leidraad.” Ik heb hoe dan ook geen hoofd nodig voordat ik Nazareth bereik door het dal van de Tarsus over de bergen van Antiochië, Ik, de toekomstige toestand van het verleden. Als een ik heb ik haast: Een olijfboom verwacht mij in een borstkas ter waarde van de wereld! IV. As zal ik planten en een tapijt weven met de treurige liefde van een gezicht. Mensen zullen naar mij kijken mij zien. Goed als ik niet gek ben in deze omgeving wie is er dan wel gek behalve ik? Ik zit te kijken naar de oneindigheid van water: De meisjes met de lange vlechten halen water uit de bron. V. Magnetisch gezicht: Een magnetiserende plek; termijnloze hechting van blikken tussen ogen en ruimten. Giet het ijzerstof in mijn lichaam, mocht er geen derwisj uit tevoorschijn komen dan snijd ik mijn pols door bij god, volstaat dat nog niet dan zal ik o god, aan de speeltafel, op de groene doek een van mijn levens inzetten. Zou ik een derwisj zijn zonder voeten en vleugels, zou ik vragen wiens ogen deze ogen zijn zijn ze dan van het verleden of van de toekomst? VI. Buiten het leven wilde ik ontwaken, ze zeiden tegen mij dat dit niet zou kunnen: “Zolang je tenminste geen doorn bent!” Met deze houding is het heel moeilijk te leren sterven; is het onsterfelijkheid, dat past niet bij mij, het is deze kant van mijn toevallige geboorte. Ik wil sterven maar als het zover is met mijn eigen dood – bij wijze van spreken –, dan kunt u mijn hoofd zien. Ik sliep maar het was een slaapwandelende slaap. Mijn hoofd is niet het hoofd van Aziz Yahya, de mooie Salome kan dansen zoveel ze wil. Ja of nee, kijk naar mijn vleugels. Ik zink! Zoals het een wonder betaamt. VII. Als ik een architect van een vesting zou zijn, zou ik dan voor mezelf een pyramide laten bouwen? Nee, nooit! Dat is niets voor mij! Als ik de appelboomgaard van Max Jacob zou kopen, als ik de appelwijngaard, de velden zou begieten – dan zou ik hem van zijn ondankbare erfgenamen kopen –. Naderhand een paraplu van Chinese zijde: opdat de witte wereld van Ömer niet nat wordt in de aprilregens van Parijs. VIII. De schaduw van de herder waart rond in de diepten van het ravijn. Zijn lege regencape rust achter de waterval; de herder is halverwege het ravijn. De Balkanadelaar Ömer Kaleşi ziet dit alles met zijn vrije oog helemaal vanuit de hoogten, zoekend naar de slang die het konijn in zijn hol belaagt. Ömer Kaleşi is halverwege de hemel. Hij zoekt de zaden van rust om in het ravijn uit te strooien. IX. Het hoofd van een vrouw zonder lichaam op de Arago Boulevard in Parijs in de stam van een paardenkastanje. (Stelt u zich zoiets voor!) Hij en ik – Als ik “Ik!” heb gezegd, Ömer Kaleşi, zijn wij ook allebei vrij terwijl hij zich verbergt, ik, een vers lijf verbeeld, leeftijdsloos! Lichaam. borsten, benen, een vochtig dal en zijn schaduw die de sneeuw doet smelten Op de bergen van Taurus in Turkije. X. (Een mensenhoofd zwijgt als een schilderij. Laten we samen luisteren): De waanzin heeft geen lichaam nodig, hersenen vormen de beginfase van menswording We herinneren ons de geliefde door haar gezicht, kijken naar haar heupen en haar borsten zien haar gezicht. Zoals dit, bijvoorbeeld: Een wereld zonder subject, zonder predicaat, zonder verbum! Een geïnhaleerde, gemummificeerde zin. Geen lichaam nodig! God en de duivel zijn na mij geboren! XI. “ De Gotische windroos” hoe kwam die in het wit van het schilderij terecht, want er is geen zwart. Geen! Ik kan niets bedenken het woord van mijn opa de boswachter: Speel niet met de natuur kind! Open haar als een heilig boek als je haar al kunt openen lees haar dan als een goddelijk teken over de eeuwige en oneindige toestanden van een weduwe. (Zo leerde hij de wereldkosmos kennen). Zorg dat je het werk van vandaag afmaakt, vooral doen! zei hij nog. Maar ik ben de wisselaar van “morgen”, een goudsmit verliefd op de rondwaaiende winden. XII. Boerengezichten in de geur van een carbidlamp! Hoe vul je zoveel mensenmonden Ömer? Een mens kan niet weten, of zij honger hebben of vol zijn. Maar kijk goed naar hun ogen dan begrijp je het wel. Trouwens je kijkt en begrijpt. Hoe kun je hun blikken weerstaan Ömer? Kom niet te dichtbij of je zult verbranden en ons nog aansteken! De sazdichter, de troubadour Ömer, de derwisj van de Balkan zonder schoenen, blootsvoets, Verzamelt het Stof van de Wereld. © Sytske Sötemann, 2009 |
Cevat ÇAPAN | |
"SAKIN GEÇ KALMA ERKEN GEL" | "WEES VOORAL NIET TE LAAT, KOM MAAR VROEG" |
Usulca gir kapıdan, zile basma. Hiç telaşlanma, ben daha dönmemişsem. Yoldayımdır, nerdeyse yokuşun dibinde, Suların kararmasını bekliyorumdur, Tuğla harmanlarından gelen yanık havanın Bahçedeki akşamsefalarına sinmesini. Güç bela dizginliyorumdur içimde Dörtnala sana koşan küheylanları. Bütün gün kâğıttan dağlar arasındaydım, Nabzım ileri giden bir saat gibi işledi durdu. Dilekçeler, kararlar, tozlu makbuzlar: Hep adını okudum silinmiş satırlarda. Pencerede kuleler, minareler, kirli gök. Durmadan kuşlar uçtu bir bacadan. Rüzgâra karışan saçlarını gördüm Bulutlu aynalarda. Balkonun kapısını aç, su ver saksıdaki çiçeğe. Geyikli örtüyü ser masaya, dinlen biraz. Sessizlik şaşırtmasın seni, ürkütmesin. Ben içindeyimdir o alaca sessizliğin. Şehrin gürültüsü dolacak az sonra odaya, Karanlık bir yankıya dönüşecek karşı dağlarda. © Cevat ÇAPAN, 1989 Doǧal Tarih'de Adam Yayınları İstanbul | Ga maar zachtjes door de deur naar binnen, bel niet aan. Maak je vooral geen zorgen, mocht ik nog niet terug zijn. Ik ben vast al onderweg, bijna beneden aan de helling, Wacht waarschijnlijk tot het water donker wordt, Tot de brandlucht uit de steenovens De nachtschonen in de tuin doordringt. Ongetwijfeld beteugel ik in mezelf uit alle macht De galopperende volbloedpaarden op weg naar jou. De hele dag zat ik tussen bergen papier, Bleef mijn pols als een voorlopende klok aan het tikken. Verzoekschriften, besluiten, stoffige kwitanties: Aldoor las ik je naam in de vervaagde regels. In het raam torens, minaretten, een grauwe hemel. Voortdurend vlogen er vogels op vanaf een schoorsteen. Zag ik je op de wind meegvoerde haren In de bewolkte spiegels. Doe de balkondeur open, geef de plant in de pot wat water. Leg het kleed met de herten op tafel, rust wat. Laat de stilte je niet verwarren, je geen angst aanjagen. Ik ben er heus in die bonte stilte. Het rumoer van de stad zal even later de kamer vullen, In een donkere echo veranderen op de tegenoverliggende bergen. Noot: De titel van het gedicht is de titel van een liedje. De tekst is van de auteur Ahmet Rasim, de muziek van de beroemde Armeense violist Kemani Tatyos. © Sytske Sötemann, 2011 I.s.m. Vertaalatelier ELV, Antwerpen 2011 |
Cevat ÇAPAN | |
DÖNÜŞ | TERUGKEER |
Yıllar sonra odanın kapısını açınca senin yerine arkası dönük iki kadın görüyorum yaşları belirsiz biri kollarını balkonun korkuluğuna dayamış öbürü kapının pervazına yaslanmış uzanıp giden ovaya bakıyorlar akşam serinliğinde. Bakışlarının ucunda mor dağlar yükseliyor ve inen davarın çan sesleri duyuluyor uzaktan. Kapıyı aralık bırakıp alacakaranlıkta dağın doruğuna tırmanıyorum yorgun atımın yedeğinde. © Cevat ÇAPAN, Yapı Kredi Yayınları İstanbul | Als ik jaren later de deur van je kamer open zie ik in plaats van jou twee vrouwen met hun rug naar me toegewend hun leeftijd onbestemd de ene met haar armen op de balustrade van het balkon gesteund de ander tegen de deurpost geleund kijken ze over de vlakte die zich tot aan de einder uitstrekt in de avondkoelte. Aan het einde van hun blikken verrijzen de paarse bergen en van verre hoort men het geklingel van de afdalende kudde. Ik laat de deur op een kier en in de avondschemering klim ik omhoog naar de berg aan de teugel van mijn vermoeide paard. © Sytske Sötemann, 2011 |
Gonca ÖZMEN | |
BULUTLARI KALDIR | TIL DE WOLKEN OP |
Giderek bir avluya benze Böylesi daha iyi Bir serinliği büyüt ağzında Pencerelerin diline çalış Anlamanın çatısı akıyor bak her evde Yazımı çöz Yerini değiştir tüm seslerin Hem bu sesleri bize böyle kim öğretti Kim çizdi göğü Gitsen uzak kentler bulaşacak yüzüme Konuşsan suya sessizliğim Geceyi kaldır üstünden Böylesi daha iyi Bir düş ayır tenine Sözün boşluğuna dağıl © Gonca ÖZMEN, 2008 Belki Sessiz YKY İstanbul | Lijk gaandeweg op een binnenplaats Zo is het beter Kweek een koelte in je mond Zet je aan de taal van ramen Het dak van inzicht lekt kijk in elk huis Ontcijfer mijn schrift Wijzig de plaats van alle klanken En wie leerde ons zo deze klanken Wie tekende de hemel Zou je vertrekken besmeurden verre steden mijn gezicht Zou je spreken besmeurde mijn stilte het water Til de nacht van je af Zo is het beter Bewaar een droom voor je huid Los op in de leegte van het woord © Sytske Sötemann, 2013 |
Tarık GÜNERSEL | |
hâfız-ı şirazî divanından süzülüm | bezield door de divan van hafiz van shiraz |
kim bilir hangi deftere sığar aşk bilmecesi efsanelerle yandı mum tenlerin son gecesi aşk gamı hep aynı hikâye derler ama hangi dilden duysam yepyenidir daima pergel gibi kenardaydım — rahat mı kaldı devran beni nokta gibi ortaya aldı kâinatın ahvali gözümden belli bin yıldız belledim her biri bin dilli yoksun, yoksulum, zekât ver gözlerinden yeğdir zehirin elin panzehirinden bak, hızır'a hayat veren ab şu kadehte melekler hâfız'dan şiir belliyor işte şarap zamanın kanı, senin kanın değil tilkileşir aslan sana âşık olursa © Tarık GÜNERSEL, Hafız-ı Şirazi - Divan ? İstanbul | wie weet hoeveel geschriften het liefdesraadsel voortbracht met de legenden brandde van kaarshuiden de laatste nacht liefdesverdriet zegt men komt altijd neer op hetzelfde verhaal maar waar ik het ook hoor steeds is het weer nieuw in iedere taal ik stond als passer op de rand – in rust was het zo gebleven maar de tijd heeft mij als een punt naar het midden gedreven de constellatie van het universum is in mijn ogen helder duizend sterren leerde ik voorzien van duizend talen ieder kip noch kraai heb ik, geef mij een blijk van je belangstelling jouw gif is mij liever dan het tegengif van een vreemdeling die bokaal is voor de barmhartige met levenschenkend water gevuld kijk eens, de engelen leren de gedichten van hafiz met veel geduld wijn is het bloed van de tijd, niet het bloed van jou de leeuw wordt een vos als hij verliefd raakt op jou © Sytske Sötemann, 2012 |
Tarık GÜNERSEL | |
BİYOGRFİ | BİOGRAFİE |
doğumundan üç ay önce babası ölmüş doğumda annesi küçükken ırzına geçmiş bir akrabası okuldan alınmış on yaşında çocuk bayramında hapse düşmüş sonra kelepçeli resmini gösterdi hapiste uyuşturucuyla tanışmış on ikisinde başka şehirde almış soluğu bir çaycıya çıraklık etmiş bir süre kazara yangın çıkınca ondan bilmişler kaçmış başka şehre on beşinde sevdaya niyetlenmiş suratında kızın abisinden bıçak yarası kavgaya tutuşmuş on altısında bir gözünü orada kaybetmiş on yedisinde tetikçi olmuş avrupa vaadiyle son anda vazgeçmiş bacağını kırmışlar artık on sekizinde ve yarın genel seçim var © Tarık GÜNERSEL, İstanbul | drie maanden voor zijn geboorte stierf zijn vader bij zijn geboorte zijn moeder als kind werd hij verkracht door een familielid toen hij tien was werd hij van school gehaald op het nationale kinderfeest ging hij de gevangenis in later liet hij de foto met handboeien zien in de gevangenis kwam hij in aanraking met drugs op zijn twaalfde kwam hij op adem in een andere stad ging een tijdje in de leer in een theehuis als ober toen er per ongeluk brand uitbrak kreeg hij de schuld hij vluchtte naar een andere stad op zijn vijftiende besloot hij voor de liefde te gaan het mes van de broer van het meisje verwondde zijn gezicht hij raakte slaags op zijn zestiende en verloor daarbij een oog op zijn zeventiende werd hij huurmoordenaar en beloofde naar europa te gaan toen hij daar op het laatste moment van afzag braken ze zijn been op zijn achttiende ten slotte en morgen zijn er algemene verkiezingen © Sytske Sötemann, 2012 |
Tarık GÜNERSEL | |
9 / !! | 9 / !! |
!! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! newer york © Tarık GÜNERSEL, İstanbul | !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! !! newer york © Sytske Sötemann, 2012 |
Mehmet TANER | |
TÜRKÜ | LIEDJE |
Ben şiirler söylemek istiyorum Kendimdeki insana dair Bir çağrı ve onun biçimi yüzünden kaygılı Delicesine de savruk bir şiir Önemsiz görünen bir ilginin ardında Beliren ana gerçeği duyurmak için Tozu arabaların kaldırdığını söylüyorum usulca İşte onurlu atlarla çekildiğini evrenin Koşumlar pırıl pırıl meşin, yeleler ipek Bir yeryüzü karanlığında elimiz ayağımız; Hüzün dolu şiirler! Rüzgârda inanılmaz gibidirler Birbirine yaklaşan iki yüz, birbirinden ayrılan iki an İner kamçı, kayar yıldız! Toz! Parlar ardından! © Mehmet TANER, 1978 Sunak Derinlik Yayınları İstanbul | Ik wil gedichten voordragen Over de mens in mijzelf Een oproep en een door zijn vorm zorgelijk, stapelgek en slordig gedicht Om de echte waarheid te verkondigen die zich vertoont Achter een verband dat niet van belang lijkt Zeg ik zachtjes dat de wagens het stof hebben doen opwaaien Dat het universum door trotse paarden wordt voortgetrokken Het tuig van glanzend leer, de manen van zijde Onze handen en voeten in een wereldwijde duisternis; Gedichten vol weemoed! In de wind lijken ze onvoorstelbaar Twee gezichten die elkaar naderen, twee ogenblikken die zich afwenden De zweep daalt, de ster valt! Stof! Daarachter schittert het! © Sytske Sötemann, 2012 |
Mehmet TANER | |
DÖNÜŞ | TERUGKEER |
Yedi yıldan sonra, toz toprak içinde Tutmayan bir kol ve seyrek atan bir yürekle Evden barktan uzak, teneke aylar altında o sürgünden Yedi yıldan sonra, ağır ağır dönünce Önce kadın irkildi. İlkin anlamadı, ansızın irkildi Susunca çok susuyordum, konuşunca çok, gülünce Hıçkırıklar takıla takıla dökülüyordu boğazımdan Uyum tutturamıyordum yani ne sözde ne şiirde Kedi, incecik ak kedi alçacık duvarda yürüyordu Görüyordum ama başka bir yaşamda görüyordum, iyi bak anlıyor musun Bahçe küçük ağaçlar, güller, mor menekşelerle doluydu, şu Çin şiirlerinde olduğu gibi - Şiir yazmakla karnını doyuracağını sanıyor musun? Burnumun direği sızlıyordu, sıcacık oluyordum gözyaşıyla -Eskiden ne iyiydi! Eskiden gelirdim kendi evime Kendi gençliğime gelirdim - Senin zaten eski şiirlerin daha iyi.. Ama o zamanlar ağlamıyordum, ağlamıyordum ki O zamanlar birkaç erik yürütüyordum ekmeğimin yanına Dolaşıyordum unlu sokakları on binlerce arkadaşım Dostoyevski Bana şimdi n'oldu. Yüzüme söylüyorlar sevilmediğimi Sürgün yetmezmiş gibi, çekilenler yetmezmiş gibi -Ne yabanıl şeysin. Senin yanında olmaktansa Sırtlanla dolaşmak iyi! © Mehmet TANER, 1978 Sunak Derinlik Yayınları İstanbul | Toen ik na zeven jaar, in de stoffige aarde Met een lamme arm en een bij vlagen kloppend hart Uit die verbanning ver van huis en haard, onder blikken manen Na zeven jaar, langzaam terugkeerde Deinsde de vrouw eerst verschrikt achteruit. Aanvankelijk begreep ze het niet, plotseling deinsde ze achteruit Als ik zweeg zweeg ik hevig, praatte ik dan was het veel, lachte ik Dan kwamen de snikken met horten en stoten mijn keel uit Ik kon dus geen maat houden niet in woorden noch in poëzie Een poes, een klein wit poesje liep over een laag muurtje Ik zag het maar zag het in een ander leven, je moet goed kijken begrijp je wel? De tuin stond vol kleine bomen, rozen, paarse viooltjes, zoals in die Chinese gedichten - Denk je dat je met poëzie schrijven je brood kunt verdienen? Het prikte in mijn neus, ik werd warm van de tranen - Wat was het vroeger goed! Vroeger kwam ik naar mijn eigen huis Kwam ik altijd naar mijn eigen jeugd - Jouw oude gedichten zijn trouwens beter... Maar in die tijd huilde ik niet, huilde ik dus niet Toentertijd stal ik wat pruimen voor bij mijn brood Zwierf ik in bemeelde straten tienduizenden vrienden van me allemaal Dostojewski Wat is er nu toch met me gebeurd? Recht in mijn gezicht zeggen ze dat ze me niet hoeven Alsof de verbanning al niet genoeg was, alle ellende nog niet genoeg - Wat ben jij een barbaar zeg. Je kunt nog beter met een wolf Op stap gaan dan met jou! © Sytske Sötemann, 2012 |
Mehmet TANER | |
KEDİLER | KATTEN |
Tanıyana dek onu, Eşlik eder yıkıntın, Sana; Bir başınasın, Karşılaşınca gözler; Ve yıkıntın Bir başına. Bodrumda kapalı Kedilerin, Aç; Tahtanın çatlaklarından Dört yana kaçışır - Lar. Koşar ölüm, ve Hepsini toplar. © Mehmet TANER, İstanbul | Tot je hem kent, Houdt je ravage jou Gezelschap; Je bent alleen, Bij de ontmoeting van ogen; En je ravage Is alleen. Je in de kelder opgesloten Katten, Zijn hongerig; Door de kieren in het hout Vluchten ze alle kanten - Op. De dood holt, en Ruimt alles op. © Sytske Sötemann, 2012 |
Seyhan ERÖZÇELİK | |
O PORNOGRAFOS | DIE PORNOGRAFOS |
Gülü tuza yatırınca kadın olur bulutlar parçalanır bıçağın suya değdiği mahrem köşelerde. Kaktüs! Çöllerin mıknatısı! Besle beni yırtarak sütünle… Sindiremediğimde vahşi güllerin üstüne geleyim kapkara tüllerimle, yırtık gölgelerimle. Ey pembe sanayii! Ey pembe işçiler! Gölgeler kırallığının yurttaşları! Uzuvlaşınız soluk gururunuzla susturunuz valsleri, valsleri susturunuz… © Seyhan ERÖZÇELİK, 1986 Yeis ile Tabanca Everest Yayınları İstanbul | Wanneer men de roos in zout legt worden wolken vrouwen breken ze waar het mes het water raakt in verboden oorden. Cactus! Magneet van woestijnen! Voed mij terwijl je me openrijt met je melk... Kan ik het niet verdragen laat ik dan over de wilde rozen komen met mijn inktzwarte sluiers, met mijn opengereten schaduwen. O roze industrie! O roze arbeiders! Onderdanen van het koninkrijk der schaduwen! Verorgaan met jullie verlepte trots breng de walsen tot zwijgen, leg de walsen het zwijgen op... © Sytske Sötemann, 2012 |
Seyhan ERÖZÇELİK | |
24 KAHVE FALI - ON BİR | 24 KOFFIEDIKVOORSPELLINGEN - ELF |
Fincanı açarken, telvenin neredeyse tamamı boşaldı ve tabakta kaldı. Çok büyük bir sıkıntının, neredeyse sona erdiğinin ya da çok yakında sona ereceğinin bir işareti bu. Ama senin de biraz çaba göstermen gerekiyor. Sıkıntıyı içinden atabilmen için. Bu sıkıntı, bu büyük telve kütlesi, ardında dalga dalga izler bırakmış. Ne yazık ki o izler silinmez. Silinmeyecek. Yine de, sonuçta, ferah ve yeni bir hayata başlıyorsun. Sıkıntın, bir kuş gibi uçuyor ve hafifliyorsun. (Zaten fincanın geriye kalan yanları da o kadar ferah ve açık ki, bu kadar olur...) Herhangi bir yol da göremiyorum. Tabaktaysa, birbirine girmek üzere olan iki kedi var. Sen bir tanesini kurtarmak istiyorsun. Ya da kavgadan çıkarmak istiyorsun. Ya öteki? Üç ya da dört kişi, birlikte bir yerlere gidiyorsunuz. Neşe içinde ve elele. Bu kadar mı? (Benim fal bakma tarzım da böyle işte.) © Seyhan ERÖZÇELİK, 1997 Gül ve Telve YKY İstanbul | Toen ik het kopje omkeerde, kwam het koffiedik er bijna in z'n geheel uit en bleef op het schoteltje liggen. Dit is een teken dat een heel groot verdriet bijna voorbij is, of zeer binnenkort voorbij zal zijn. Maar daar moet jij ook wel enige moeite voor doen. Zodat je het verdriet eruit kunt gooien. Dit verdriet, deze grote hoop koffiedik, laat golvende sporen achter. Helaas vervagen die sporen niet. Zullen ze niet vervagen. Toch, sta je, ten slotte, aan het begin van een prettig en nieuw leven. Je verdriet vliegt weg als een vogel en je wordt lichter. (Trouwens wat er in het kopje is achtergebleven is zo luchtig en open, dat het niet beter kan...). Ook kan ik geen enkele weg zien. Maar op het schoteltje staan twee poezen op het punt elkaar aan te vallen. Jij wilt er eentje redden. Of je wilt die uit het gevecht halen. Of de andere? Jullie gaan samen, met een man of drie ergens heen. Vrolijk en hand in hand. Is dit het? (Dit is nu eenmaal mijn manier van voorspellen). © Sytske Sötemann, 2012 |
Cevat ÇAPAN | |
PUSULA | KOMPAS |
Nicedir uzaklardaydım: uzak dağlar, uzak kıyılar, uzak — dillerini bilmediğim yaban insanlar arasında. Uzayan bir uykunun karanlığından düşlerin aydınlığıyla vardım yıllardır aradığım bu adaya. Toprak, demir, şeker kamışı, ipek ve elmasla uğraştım yıllarca. Fotoğrafta gördüğün hasır şapka, keten giysi, gümüş saplı baston o yılların yorgunluğunu gizliyor ustaca. Sana çocukluğunda anlattığım Afrika, Amazon, Santiago, Havana bütün gençliğimdi benim, olgunluğum. Doğduğum dönülmez dağ köyüne döndüm sonunda, geceleri sesiyle uyuduğum derenin kıyısına. Toprak dama, tandıra, boğma rakıya. Beni tanıyasın diye bir gün doğmanı bekledim sabırla. © Cevat ÇAPAN, 1985-2006 Bana Düşlerini Anlat - Toplu Şiirler YKY İstanbul | Wat ben ik al ver weg geweest: verre bergen, verre kusten, ver – tussen vreemde mensen wier taal ik niet kende. Uit de duisternis van een langdurige slaap bereikte ik met het licht van dromen dit eiland dat ik al jaren zocht. Met aarde, ijzer, suikerriet, zijde en diamant hield ik mij jarenlang bezig. De strooien hoed die je op de foto ziet, het linnen pak, de wandelstok met zilveren knop verbergen de vermoeidheid van die jaren meesterlijk. Afrika, Amazone, Santiago, Havana waarover ik jou in je kindertijd heb verteld vormden mijn hele jeugd, mijn volwassenheid. Ten slotte ging ik terug naar het bergdorp, mijn geboortedorp, waar terugkeer onmogelijk is, en naar de oever van de rivier, waar ik 's nachts sliep op haar geluid. Naar het dak van aarde, de stenen oven, de huisgemaakte raki. Geduldig wachtte ik op jouw geboorte Zodat je mij op een dag zou kennen. © Sytske Sötemann, 2012 |
Cahit KOYTAK | |
‘BÜYÜCÜ ÇIRAĞI’ | ‘DE TOVENAARSLEERLING’ |
Nefesimle kayalara Konuşmayı öğretmek istiyorum, Gülmeyi, ağlamayı, Şiir söylemeyi... Görmeyi öğretmek istiyorum Yarasalara Karıncalara hayal etmeyi, Örümceklere arya çekmeyi Trapezde. Kanat geçirmek istiyorum Balçığa nefesimle, Rüzgâra cisim vermek Ve sulara biçim... Ama öyle cansız ve fani, Öyle yavan ve ümmi Çıkıyor ki nefesim, Yalnızca avucumdaki tüyü Uçurmaya yetiyor; Ve masamdaki mumu Söndürmeye bir de... Sonra sağır, dilsiz karanlığıyla Yutuyor beni Kendi küçük mağaram, Kendi virane hayalhanem. © Cahit KOYTAK, 1991 YOKSULLARIN VE ŞAİRLERİN KİTABI / BİRİNCİ KİTAP İstanbul | Met mijn adem wil ik rotsen Leren praten, Lachen, huilen, Dichten... Wil ik vleermuizen Leren zien Mieren leren fantaseren, Spinnen een aria leren zingen Op een trapeze. Ik wil de aarde vleugels Geven met mijn adem, De wind een lichaam En het water een vorm... Maar zo zielloos en vergankelijk, Zo dor en onnozel Blijkt mijn adem, Dat hij slechts in staat is een veertje In mijn hand op te laten vliegen; En de kaars op mijn tafel Uit te blazen... Daarna verslindt Mijn eigen kleine grot Mij met zijn dove, stomme duisternis, Mijn eigen bouwvallige rijk der verbeelding. © Sytske Sötemann, 2012 |
Şavkar ALTINEL | |
KITALARARASI | TUSSEN CONTINENTEN |
Camlarından sabah güneşinin zayıf ışıǧının süzüldügü bir uçakta Londra, Paris ya da Amsterdam'a bir saat kala gözlerimi açacaǧım an için yaşardım yIlboyu sıkılıp sabırsızlandıǧım Amerika'da: Avrupa güzellik, macera, hayat demekti benim için. Ele geçirilecek gelecek yerini yitirilmiş geçmişe bırakıyor bir noktadan sonra ya da aradıǧını bulamayıp bezince aramayı aramaya başlıyor insan: şimdi, yaşım kırkın eşiǧinde, beklentilerimden sıyrılmış, yaşıyorum Avrupa'da ve 'Amerika"yı dönüştürmüş işte çoktan "gençlik" anlamına gelen buruk bir sözcüǧe zaman. © Şavkar ALTINEL, 1992 Gece Geçilen Şehirler Korsan Yayınevi İstanbul | In Amerika waar ik een jaar lang in verveling en ongeduld doorbracht leefde ik toe naar het ogenblik waarop ik op een uur afstand van Londen, Parijs of Amsterdam mijn ogen zou openen in een vliegtuig waar door de raampjes het zwakke licht van de ochtendzon gloort: Voor mij betekende Europa schoonheid, avontuur, leven. De toekomst die op handen is staat na een bepaald punt zijn plaats af aan het verloren verleden of als een mens er genoeg van heeft dat hij niet kan vinden wat hij zoekt begint hij het zoeken te zoeken: nu, op de drempel van mijn veertigste, verlost van mijn verwachtingen, leef ik in Europa en heeft de tijd "Amerika" allang veranderd in een wrang woord in de betekenis van "jeugd". © Sytske Sötemann, 2012 |
Roni MARGULIES | |
TERLİK | DE SLIPPER |
Yaşlı bir kadın beliriverdi bir gün metro istasyonunun girişinde birkaç ay önce. Dileniyordu. Yırtık, ama bembeyazdı giysileri. Babaannemi anımsattı bana: korku dolu gözlerini, son günlerini. Adet edindim her geçtiğimde “Günaydın” demeyi, ya ekmek ya para vermeyi. Tek kelime etmedi. Bir şeyler diyecek oldum geçende, baktı, belliydi ama anlamadığı. Verdiklerimi aldı, kafasını çevirdi. Dün geçtiğimde yerinde yoktu. Tek bir terlik gördüm yerde. Soluk pembe, pullu, sol kenarında kan kırmızı plastik bir kalp. Küçücük, pırıl pırıl. Her an sanki atacakmış gibiydi. © Roni MARGULIES, 2004 YKY İstanbul | Enkele maanden geleden stond er op een dag plotseling een oude vrouw bij de ingang van het metrostation. Ze was aan het bedelen. Haar kleren waren versleten, maar hagelwit. Ze deed mij denken aan mijn grootmoeder: aan haar ogen vol angst, aan haar laatste dagen. Ik raakte eraan gewend om telkens als ik voorbijkwam ‘Goedendag’ te zeggen, en brood of geld te geven. Zij zei nooit een woord. Onlangs wilde ik wat vertellen, ze keek, maar begreep het duidelijk niet. Ze nam wat ik gaf, en wendde haar hoofd af. Toen ik gisteren voorbijkwam stond ze niet op haar plaats. Op de grond zag ik één enkele slipper. Flets roze, met lovertjes, op de linkerkant een bloedrood plastic hart. Minuscuul, glanzend. Alsof het ieder ogenblik kon gaan kloppen. © Sytske Sötemann, 2010 |
Gonca ÖZMEN | |
ÇÜNKÜ ANNEM | OMDAT MIJN MOEDER |
Çünkü annem bir yorgun zorunluluk Yüzünde içi çiçekli eski kutu duruşu Neydi unuttuğu mutfağa girip çıkarken Dalgınca boyayıp duruyordu kirli göğü -Annem yelkovanın bıkkın dönüşü Tek katlı evlerde mutluluklar aradı. Yok. Çok çocuklu evlerde cıvıltılar istedi. Yok. Çukur yerlerinde geçmişin titreyişi Toz suretinde yapışmış anılar duvara -Annem bir tekerlemeydi odalarda Geçkin yazlarla soldu ahşap düşleri Eski bir telaşın dinmez sancısıyla Ağlardı annem gülmek gibi dururken Küçülür incelirdi aya baktıkça -Annem balkıyan bir göl gülümsemesi Bir kuşun uçuverişi gibi kolay ölümler çağı Rahat yataklarda dikeni batar gecenin Örterken annem yıllanmış perdesini Babam bir ünlemdi akşamla uzayan -Annem ki deltaların yazılmamış tarihi © Gonca ÖZMEN, 2008 Belki Sessiz Yapı Kredi Yayınları İstanbul | Omdat mijn moeder door alle plichten is afgetobd Lijkt haar gezicht op een oude bloemetjesdoos Wat vergat ze op en neer naar de keuken Verstrooid bleef ze de vuile hemel kleuren – Mijn moeder: de verveelde terugkeer van de grote wijzer Zij zocht het geluk in huizen van één verdieping. Vond het niet. Wilde de drukte in huizen met veel kinderen. Kwam er niet. Op haar rimpels en groeven de trilling van het verleden Herinneringen in de gestalte van plakkerig stof op de muur – Mijn moeder: een herhaling in de kamers Met de verlepte zomers verbleekten haar houten dromen Met de onstilbare pijn van een oude ongerustheid Huilde mijn moeder alsof ze stond te lachen Kromp ze steeds verder hoe meer ze naar de maan keek – Mijn moeder: de glimlach van een schitterend meer Zo eenvoudig als het opvliegen van een vogel is de dodentijd Op rustige bedden prikt de doorn van de nacht Toen mijn moeder het gerijpte gordijn dichtschoof Was mijn vader een kreet die aanhield in de avond – Mijn moeder die de ongeschreven geschiedenis is van de delta's © Sytske Sötemann, 2012 |
Terug |